Bij het scheppen van Japanse papieren op de Nagashi-zuki-methode worden in het begin 2 tot 3 dunne lagen vezels op het “Rolzeef” geschept. Hierna volgen een dikkere tussenlaag en tenslotte een dunne vezellaag bovenop. In tegenstelling tot Europese handgeschepte papieren, wordt (bij Nagashi-zuki-methode) voor een vel Japans papier het schepraam meerdere keren (meestal vier tot negen keer) in de schepkuip gedompeld. Vervolgens wordt de rolzeef met het nieuwe vel uit het schepraam verwijderd en direct vel op vel gekoetst.
Japanse schepraam bij het koetsen.
Anders dan in Europa worden er geen vilten tussen de vellen gelegd. De Japanse papiermakers gebruiken hierbij slechts dunne zijde draden tussen de vellen. Dit vergemakkelijkt de scheiding van de nog vochtige vellen papier later.
’s Nachts wordt de stapel vellen langzaam geperst. Daarna worden de vellen op traditionele Japanse wijze op droogplanken van Gingkohout gelegd om in de zon te drogen. Om voortijdig krullen van de droge vellen te voorkomen worden de droogplanken met natte bladeren van de camelia ingewreven.
In moderne bedrijven worden de uitgeperste vellen papier op verwarmde platen van roestvrij staal gelegd.
Op dit moment (in: 2016) scheppen in Japan nog steeds ongeveer 160 meesters- papiermakers op de traditionele/ambachtelijke wijze. De dagelijkse productie van een eenmansbedrijf ligt bij ongeveer 200 vel papier. In november 2014 werd de traditie van “washi” ( „Washi“ = papier maken op z’n Japans) uitgeroepen tot een UNESCO World Heritage Site. (Wereld culturele-erfgoed)
Meer over Toepassingen van Japans papier