Productie van Japans papier van Japico

Gebruik van Japans papier kent nauwelijks beperkingen en wordt op vele manieren toegepast. Japans papier is geschikt voor een breed scala aan technische en ambachtelijke toepassingen. Japans papier of papieren uit Japan hebben vele decennia lang een vaste plaats verworven bij papierrestauraties, in de boekbinderijen en hoogwaardige handafdrukken. Japans papier is verkrijgbaar als handgeschept papier in vellen, machinaal vervaardigd Japans papier van de rol of in vellen. Op dit punt willen we een kort inzicht geven in het zeer uitgebreide productieproces / productie van Japans papier.

 

Deze korte film laat zien hoe een vel Japans papier in traditionele Japanse stijl geschept wordt. („Nagashi-zuki“ Methode | Status: oktober 2016)

De schepvorm voor Japans papier bestaat uit meerdere bamboestokjes van gelijke diameter, welke met elkaar door draden verbonden zijn. Op deze wijze blijft de schepvorm in één richting zeer flexibel, wat het koetsen (het overbrengen van het natte vel papier van de schepvorm naar het vilt) aanzienlijk vergemakkelijkt. Omdat dit in een rollende beweging gebeurt, spreekt men ook van een Rolzeef.

 

 

Om een perfect vel Japans papier te maken, moet de schepvorm gegarandeerd zuiver waterpas liggen. Daarom wordt voor het eigenlijke schepproces de Rolzeef in een frame geklemd.

 

 

 

Het bijzondere van Japans papier – genaamd „Washi“ – kan worden verklaard door het gebruik van natuurlijke grondstoffen en productieprocessen. Als vezelgrondstof worden de bast van de Kozu- (broussonetia papyrifera), Mitsumata- (edgeworthia papyrifera) of Gampi struik (wickströmia canescens) gebruikt.

De naam „Kozu“ wordt op verschillende manieren geschreven. „Kozu“ of „Kozo“ of „Kooso“ zijn vertalingen uit het Latijn.

 

Japanse papiermakers werkplaats (links) met bloeiende Mitsumata-struik op de achtergrond

 

De stuiken worden als één of twee jarige stengels vlak boven de grond afgesneden. Hierna worden deze in een ketel gestoomd. Daarbij scheidt de bast zich van de stengel. In tegenstelling tot westerse vezels voor het maken van papier (cellulose) wordt in echt Japans papier alleen deze bast gebruikt.

De lange en fijn fibrilleerbare vezels vormen de basis voor de uitstekende eigenschappen van Japanse papieren. Door een bepaalde manier van malen de papiervezels kneuzen. De buitenste en primaire vezelwand wordt hierbij kapotgemaakt, zodat dunne fibrillen ontstaan die nog enig verband hebben met hun vezels. Het totale vezeloppervlak wordt hierdoor vergroot.

De geschilde bast wordt op een speciale manier gekookt – waardoor een neutrale pH waarde ontstaat. Daarbij gaan de vezelstrengen los van elkaar en de buitenste zwarte schors kan gescheiden worden van de bast. Voor onze hoogwaardige Restauratiepapier wordt de bast in bundels in vers bronwater uit de bergen gewassen en gebleekt door de zon. Alleen bij uitzondering worden chemische bleekmiddelen gebruikt.

 

wassen en bleken van vezels in de bergen

Onder stromend water worden vezelknopen en andere onvolkomenheden heel voorzichtig uit de gefibrilleerde strengen gehaald. Dit is een van de meest uitgebreide handmatige bewerkingen, welke van invloed zijn op de gelijkmatige velvorming van het Japans papier.

De vezels worden vervolgens met houten hamers geslagen. IJzeren hamers zijn absoluut verboden voor de productie van Japico-Japans papier, omdat ze bij toepassing voor restauraties oxidaties (roestvlekken) kunnen veroorzaken.

Voor de productie van echt Japans papier van Japico worden uitsluitend natuurlijke lange-vezels als grondstof gebruikt, welke door handmatige bewerking heel zacht worden en met traditionele verwerkingsmethoden vervaardigd zijn. Behalve de natuurlijke vezels en het natuurzuivere bronwater wordt alleen een natuurlijk dispergeermiddel (Nori = slijm van de Hibiscus wortel) of voor bepaalde producten een bijzonder laagmolecuair polymeer toegevoegd, om op die manier een fijne vezel-suspensie voor het maken/scheppen van Japans papier te krijgen.

 

 

Zie ook: Papierfabricage „Nagashi-zuki“-methode